schildersschilderstromingen
handschriftenbewegingenkunst per land

 

Psalter van Utrecht, spektakel tussen vrome muren
Tussen de muren van het scriptorium waar de stilte slechts werd onderbroken door lichtkrassende pennen en het bij tijd en wijle vullen van de inkthoorns, schreven monniken letterlijk geschiedenis. De betekenis van het middeleeuwse psalter kan niet genoeg worden benadrukt. Het speelde een centrale rol bij het religieuze leven in de abdijen zowel als bij de leken en werd tevens gebruikt als lesmateriaal voor onderwijs in de edele leeskunst.
Geestelijken die de psalmen niet uit het hoofd kenden waren van promotie uitgesloten. Reciteren van psalmen als penitentie kwam ook voor. De miniaturisten van het Psalter van Utrecht hebben meer dan wie ook begrepen dat een vlot getekend beeldverhaal de kennisoverdracht bevorderde. De ruimte aan het begin van iedere psalm, die daartoe door de schrijver was gereserveerd  was het speelvlak waar de illuminator zijn tekeningen in uitwerkte. Gelukkig zijn we met speciale objectieven in staat de details vergroot weer te geven anders zou een groot deel voor het blote oog verloren gaan. Een interessante, nimmer opgehelderde kwestie, is het ontbreken van kleur in de illuminaties. Kunsthistorici vermoeden dat het psalter onvoltooid gebleven is. De duidelijke invloed op latere, wel in kleur uitgevoerde psalters, en de algemene kleurtraditie in de verluchtingskunst maken een bewust bedoelde eenkleurigheid onwaarschijnlijk. [Terug naar boven]

Beatus (Apocalyps), verbeeldingskracht op de grens tussen Christus en Allah
Aan het eind van de 8e eeuw schreef de Noord Spaanse monnik Beatus van Liébana een commentaar op het bijbelboek dat thans nog de hersenen pijnigt van hen die de tekst willen doorgronden: de Apocalyps ofwel Openbaring. Van de 10e tot de 12e eeuw werd de tekst van Beatus in kloosters gekopieerd en geïllumineerd. Het zijn deze illuminaties die, meer nog dan de tekst van Beatus, in een tijdloze stijl de aandacht van kunstliefhebbers gevangen houden. Krachtig van koloriet en expressief geven de verluchtingen de dodelijke verschrikkingen uit de Apocalyps weer. De strijd tussen goed en kwaad is nergens plastischer uitgedrukt dan in deze juweeltjes van verluchtingskunst. Niet alleen middeleeuwse beeldhouwers lieten zich door de voorbeelden inspireren maar ook een kunstenaar als Picasso werd aantoonbaar door de illuminaties beïnvloed. Een der best bewaarde manuscripten is die van Facundus uit 1047 vervaardigd voor koning Fernando I. [Terug naar boven]   

Lindisfarne Gospels
(zie Kunst per land, Noord–Engeland, les 5) [Terug naar boven]

Book of Kells
(zie Kunst per land, Ierland, les 5) [Terug naar boven] 

Vlaamse miniaturen
(zie les 1 van Vlaamse Primitieven) [Terug naar boven]

Mozarabische manuscripten
(zie Kunst per land, Spanje, les 4) [Terug naar boven]

Tapijt van Bayeux, een zeldzaam middeleeuws beeldverslag
Noormannen teisterden sinds het eind van de 8e eeuw de Europese kusten. Aanvankelijk slechts uit op het vergaren van buit vestigden de Noormannen zich mettertijd in de veroverde gebieden. In 911 zag de Franse koning zich genoodzaakt hen een permanente woon- en verblijfplaats toe te staan in Normandië. De krijgshaftige Normandiërs gingen over tot het christendom maar verloochenden nimmer hun voorliefde voor het gevecht. Ze veroverden Zuid-Italië en stichtten ten tijde van de kruistochten de Latijnse staat Antiochië. In 1066 ondernam hertog Willem van Normandië met een vloot van 300 à 400 schepen de gewaagde oversteek van Frankrijk naar Engeland om op 14 oktober in Hastings slag te leveren. Het tapijt van Bayeux geeft een historisch verslag van de gebeurtenissen
. [Terug naar boven]

Byzantijnse boekschilderkunst (4 lessen)

Byzantium en het begin
Achter monastieke schermen
De wereld van het Oosten
De keizer als God

De titel “spiegels van het onzichtbare” wil zeggen dat we gaandeweg een realiteit in stappen die niet de onze is. Dat iedere illuminatie een werkelijkheid reflecteert die onzichtbaar blijft, maar niettemin bijna tastbaar wordt op het scherm. Het eerste deel van de cursus handelt over illuminaties in de Byzantijnse sfeer. Het begrip Byzantijns is veelomvattend. De christelijke Oosterse wereld was divers. In feite komen de oudste christelijke illuminaties niet uit Byzantium zelf maar uit Syrië. Ook handschriften uit Egypte, Ethiopië en Armenië komen in deze cursus aan de orde. Twee andere fenomenen uit de illuminatiekunst zijn de Joodse en Arabische codices. Het psalter van Theodorus is in een klooster te Constantinopel geschreven en verlucht. Het gaat in dit geval niet zozeer om de fraaie illuminaties maar meer om de soms onthutsende denkwereld van de Byzantijnse monniken. Vooral in de onbarmhartige opstelling jegens joden. De laatste les behandelt een zelden besproken onderwerp: de hofhouding van de Byzantijnse keizers. Van de plechtige ceremonies en processies, tot aan de schoenen die de keizer droeg toe. Een werkelijk ongelooflijk verhaal van de keizer wiens heiligheid in alle facetten van het hofleven tot uiting kwam en die in zijn hofkerk (de Aya Sophia) een voorname rol speelde in de liturgie. Het ambivalente beeld van een keizer die geen volwaardig priester was, maar ook geen leek. Geen priester/koning maar een koning in een gedevalueerde priesterrol.

Byzantium en het begin
Het Latijnse woord illuminare staat voor “verlichten c.q. verluchten”, ofwel “glans verlenen”. Toegespitst op handgeschreven boeken op perkament (codices) wil dit zeggen dat de versieringen of verluchtingen illuminaties worden genoemd. Het tijdvak waarin de christelijke illuminaties werden vervaardigd omvat bij benadering negen eeuwen (eind 6e tot de 15e eeuw). De vraag naar de oudst bewaard gebleven Byzantijnse illuminatie is eenvoudig gesteld, maar niet met zekerheid te beantwoorden. In eerste instantie waren het niet de scriptoria in Constantinopel maar b.v. in Syrië waar de eerste illuminaties werden vervaardigd. De oudste in Constantinopel vervaardigde illuminaties zijn aan te treffen in de Dioscorides uit ca 512. Geen kerkelijk boek maar een samenvatting van wetenschappelijke werken. De Weense Genesis uit de 6e eeuw stamt uit Syrië en is in Grieks geschreven op purperkleurig perkament. Van de 192 illuminaties zijn er 48 behouden. [Terug naar boven]

Achter monastieke schermen
Als de furie van het iconoclasme na 843 is uitgewoed brengen de illuminators van het Khludow-psalter dit een kleine tien jaar nadien in herinnering. Ruim twee eeuwen later, in 1066, schilderde aartspriester Theodorus het iconoclastenconcilie van 815 in een opmerkelijk identieke stijl. We staan uitvoerig bij het Theodorus psalter stil. Het wordt gerekend tot de monastieke psalters ofwel de kleinere koorboeken waarin veelvuldig is geduimeld. Kortom een werkboek in tegenstelling tot de pronkboeken die voor hoogwaardigheidsbekleders werden vervaardigd. In deze diaporama komt het kloosterleven aan de orde en de wijze waarop men met boeken omging in de praktijk. In de marge van de folio’s toegevoegde strepen verbinden de tekst met de illuminatie. Psalters bevatten de Oud Testamentische (dus joodse) psalmen van David. Theodorus lardeerde de tekst als voorafspiegeling van de christelijke openbaring met afbeeldingen uit het Nieuwe Testament.  [Terug naar boven]

De wereld van het Oosten
De Egyptische woestijn is voor kloosterlingen een perfecte schatkamer gebleken. In 1910 werd een stenen vat met handschriften gevonden op een locatie aan de rand van de woestijn. De vondst staat bekend als de Morgan Hamuli collectie. De in de boeken opgenomen illuminaties zijn even breekbaar als de teksten. De oudste in perkament uitgevoerde handschriften van de Afrikaanse kerk in Ethiopië komen vanaf 900 voor. De kracht die van de illuminaties uitstraalt is opmerkelijk. Ovaalvormige gezichten met grote  ogen. Armenië claimt het primaatschap van het christendom. Ze bestond al officieel voordat keizer Constantijn in 313 het christendom Het gemaltraiteerde volk der Armeniërs heeft leren vallen en opstaan. Van de illuminaties valt de onrust af te lezen van voortdurend om lijfsbehoud rondtrekkende monniken. De islamitische beschaving is op boeken gebaseerd. De liefde voor het boek (niet alleen de koran) vertaalde zich in het op grote schaal kopiëren, en het kon niet uitblijven dat bijzondere boeken op een uitzonderlijke wijze werden uitgevoerd. Aanvankelijk viel de meeste eer toe aan de kalligrafen maar dit zou veranderen toen kunstminnende vorsten de voor hen vervaardigde boeken wilden opluisteren in de hoogste vorm van kunst die denkbaar was: de schilder- c.q. illuminatiekunst. Ook het joodse geloof kon geen weerstand bieden aan de kennelijk levende behoefte zich in beelden uit te drukken. De muurschildering in de synagoge van Dura Europos (ca 250nChr) is daarvan het bewijs. [Terug naar boven]

De keizer als God
Er bestaat geen twijfel dat het Byzantijnse hof zich opwierp als een reflectie van het hof van Christus in de hemel. “Elke keizer is een beeld van God, zoals het archetype van de keizer hoger staat dan de schepping, zo is de gelijkenis ook boven ieder mens verheven.” Het aardse Constantinopel representeerde het Nieuwe Jeruzalem. In diverse geschriften komt een soort vermenging tot stand van het hemelse en het aardse. Keizer en engelen nemen elkaars hoedanigheden over, tot de vleugels aan toe. De achtergrond waartegen dit soort denken zich kon ontwikkelen kan worden teruggebracht tot de Romeinse erfenis waar Byzantium in stond. De positie van de Romeinse keizer was onaantastbaar. De keizer was God en aan hem werd de eed van trouw afgelegd door de legionairs. Dat Constantijn en zijn navolgers deze traditie moeilijk konden loslaten was begrijpelijk. In het christendom golden evenwel andere normen. Niet de keizer maar Christus was God. De keizer aan wie alle macht op aarde was geschonken reserveerde voor zichzelf een bevoorrechte plaats onder de gelovigen. Dit kon uiteraard alleen maar gebeuren als iedereen (van hoog tot laag) het hiermee eens was. De eendrachtige geloofsbeleving is een factor van gewicht. Het geloof was een bestanddeel van het dagelijkse leven. Taferelen uit het leven van Christus kwamen zelfs in de mode terecht. Op de chlamys van keizerin Theodora zijn de Drie Koningen uitgebeeld.
[Terug naar boven]

Latijnse boekschilderkunst, spiegels van het onzichtbare (5 lessen)

Donkere Middeleeuwen in het Westen
Romaniek en Gotiek
Een blik op de samenleving
De gebroeders Van Limburg (1)
De gebroeders Van Limburg (2)

In dit deel over de Latijnse boekschilderkunst gaan we in vijf lessen door de westerse tijd. We pakken de draad op in Rome om via Karel de Grote en het Ottoonse tijdperk (o.a. de prachtige illuminaties van Reichenau) via Spanje in Angelsaksisch Engeland uit te komen. De latere romaanse en gotische verluchtingen vertellen ieder een eigen verhaal. Naast de verluchtingen in kerkelijke boeken als psalters en getijdenboeken kwamen er profane uitbeeldingen van de schrijftafel waaronder “boeren, burgers en buitenlui”. Ook de hoofse minnekunst is aan perkament toevertrouwd. De cursus besluit met twee lessen over de gebroeders Van Limburg waarin de twee getijdenboeken “très riches heures” en “les Belles Heures du Duc de Berry”, geplaatst in de context van de tijd, uitgebreid op het scherm komen.

Donkere Middeleeuwen in het Westen
De vroegste handschriften met illuminaties uit het Westen komen uit de Klassieke kunst. De Latijnse Virgilius is een voorbeeld. Het Romeinse Rijk hield in 476 op te bestaan en er brak een periode van kaalslag aan. Ierland bleef er van verschoond en de christelijke fakkel ging over in handen van eilandbewoners aan de uiterste grens van Europa. De Ierse boekverluchting rekent men tot de fraaiste ooit. Als Europa aan het eind van de 8e eeuw uit de verdoving van de volksverhuizing ontwaakt is de tijd van wederopbouw aangebroken. Keizer Karel de Grote begreep dat hij daartoe vergeefs bij zijn landgenoten zou aankloppen en zocht deskundigen uit Angelsaksische, Ierse, Lombardische en Spaanse scholen aan, om een letterkundige kring te vormen. Alle verkrijgbare boeken waren welkom hetgeen resulteerde in een grote verscheidenheid aan evangeliaria, psalters, handboeken voor priesters, wetsteksten enz. Onder de Ottoonse heersers ziet het keizerschap er anders uit. De bibliotheek behoudt haar bestaansrecht maar het accent verschuift van studiecentrum naar bewaarplaats van cultuurgoed. De keizerlijke manuscripten getuigen van een verfijnde esthetiek waarin de materie een bijna spirituele hoogte bereikt. [Terug naar boven]

Romaniek en Gotiek
Aan het begin van de 11e eeuw raakte de kloosterwereld bezield door een nieuw romaans elan. Merkwaardig genoeg ging het initiatief niet uit van de eertijds door Karel de Grote gestimuleerde abdijen, maar van kloosters in de marge van de regio. Bij gebrek aan een landelijke regie bloeide de kunst in Frankrijk streeksgewijs op. Illuminators zochten in de directe omgeving naar inspiratie. In Noord Frankrijk en Normandië werden voorhanden zijnde Karolingische voorbeelden gecompleteerd door Angelsaksische kunst. In het Bourgondische Cluny liet men zich meeslepen door de pracht van de Ottoonse miniaturen en een stijl die bekend is geraakt als Italo/Byzantijns. Dat Cluny monniken (waaronder schilders) uit de complete christenheid aantrok wekt geen verbazing. Dat dit uitwerkte in het samensmelten van verschillende schilderstijlen is opmerkelijk. Gezien de ontwikkeling van wederzijdse beïnvloeding kon het niet uitblijven dat de kloosters in ZW Frankrijk hun inspiratie zochten bij de Spaanse buur. De Apocalyps van Saint-Sever, vervaardigd vóor 1072, is de enige Franse Beatus. De overgang naar de gotische miniatuurkunst verliep geleidelijk.  Voor de vorstelijke hoven werden prestigieuze pronkboeken vervaardigd. Merkwaardig genoeg waren het de in principe sobere cisterciënzers die enkele luisterrijke Bijbels illumineerden. [Terug naar boven]

Een blik op de samenleving
Onder de profane boeken die in de Middeleeuwen het licht zagen rekenen we in eerste instantie de wetenschappelijke boeken. Wat de illuminaties betreft scoren deze niet zo hoog zei het dat er enkele fraaie exemplaren bewaard zijn gebleven. Boeken in relatie met rechtspraak tonen de bijzondere positie van de vorst. Het was de Kerk die, met het bijbelwoord als argument via het wettelijke huwelijk de samenleving trachtte te reguleren. Een ideaal huwelijk was een huwelijk met onthouding.  In een plaatje uit het 15e eeuwse Brugge blijkt de door de priesters opgelegde huwelijksmoraal. Het verhaal is duidelijk: als onthouding niet haalbaar is stappen we over op de op voortplanting gerichte huwelijksnacht. Het probleem van doodgeboren- kinderen werd diep gevoeld. Kerkvader Augustinus (354-430) weigerde deze te dopen. Ongedoopte, ofwel met de erfzonde belaste schepsels, waren veroordeeld tot de hel. In Zuid Frankrijk ontstond de dichterlijke minnekunst van de troubadours. De liefde van de aanbidder voor de onbereikbare geliefde. De 12e eeuwse hofkapelaan Andreas Capellanus schreef over het kasteel als “de tuin der liefde met kabbelende beken en de prachtigste velden, mooier dan een sterveling ooit had aanschouwd.” Het thema van de tuin komt uit de veelvuldig gekopieerde Roman de la Rose.  [Terug naar boven]

De gebroeders Van Limburg (1)
Toen de illuminatiekunst op z’n eind liep doken omstreeks 1400 opeens de gebroeders Van Limburg uit Nijmegen op. Drie getalenteerde jonge lieden uit een kunstenaarsgeslacht. De door de broers vervaardigde getijdenboeken zijn ons even vertrouwd als de schilderijen van Rembrandt en Vincent van Gogh. Uitzonderlijk van kwaliteit en een streling voor het oog. Het werk is alom geprezen maar opmerkelijk genoeg pas recent aan de Nijmeegse broers toegeschreven. In deze les volgen we de gebroeders op de voet op hun reis door Frankrijk waar ze uiteindelijk in dienst traden van koningszoon en mecenas Jean van Berry. Aan de hand van het boek Belles Heures komt de functie van de getijdenboeken ter sprake. De fraai verluchte exemplaren groeiden uit tot vorstelijke hebbedingetjes waar men elkaar in hofkringen de ogen mee uitstak. Jean van Berry knoopte vriendschapsbetrekkingen aan met zijn kunstenaars. De Internationale Stijl waarin de boeken verlucht zijn spreekt van een onwerkelijke op genot gebaseerde wereld. Opmerkelijk genoeg speelde juist in die periode de Honderdjarige Oorlog tussen Frankrijk en Engeland. Jean van Berry legde zijn onderdanen exorbitante belastingen op om zijn hobby te financieren. [Terug naar boven]

De gebroeders Van Limburg (2)     
De Très Riches Heures van de gebroeders Van Limburg is terecht de koning van de verluchte handschriften genoemd. De tot in de kleinste details sublieme technische vaardigheid verbaast de beschouwers. Vooral de uitgebeelde kalendermaanden maken tot op de dag van vandaag deel uit van het algemene kunstrepertoire. Nagenoeg iedereen zal de uitbeeldingen herkennen. De gebroeders stoeiden op hun manier met perspectief en bleken op verschillende terreinen vernieuwend, zeker op het gebied van de landschapschildering. Door dit schilderijenboek bladerend zou je bijna de strekking als gebedenboek uit het oog verliezen. [Terug naar boven]

Millennium    
Cursus van vier lessen rondom het eerste Millennium. Hierin komen aan de orde:

Psalter van Utrecht
Tapijt van Bayeux
Beatus manuscripten
Facundus Beatus

Facundus Beatus
Omstreeks 1047 legde kopiist en illuminator Facundus in León zijn tekengerei terzijde bij het vol­tooien van de voor koning Fernando I (1035-1065) bestemde Beatus. Het werk is thans chronologisch gecatalogiseerd als elfde in een rij van 26. Het is de eerste en enige voor een vorst geschreven Beatus en wellicht daardoor de gaafste die ons uit de Middeleeuwen is overge­leverd. In deze diaporama komt het spektakel van de Apocalyps op het scherm (drie actoren) inclusief geluidseffecten en indringende muziek. [Terug naar boven]

Perzische illuminaties
(zie Kunst per land, Oriëntatie op de Oriënt, les 8) [Terug naar boven]